Hoe verloopt de hielprik?
- In de eerste week, tussen de 4e en 7e dag na de geboorte, wordt wat bloed afgenomen bij de baby. Dit gebeurt met een speciaal prikkertje en de druppeltjes bloed worden dan opgevangen op een vel papier met speciaal daarvoor geprepareerde rondjes. De hielprik wordt gedaan tijdens hetzelfde bezoek als voor de gehoortest. Een medewerker van het screeningsteam van de GGD Brabant Zuidoost komt hiervoor bij jullie thuis.
- In een laboratorium onderzoeken ze het bloed op een aantal zeer zeldzame, maar ernstige aandoeningen. Dit betreft onder andere een ziekte van de schildklier, een ziekte van de bijnier, een vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte), een ziekte van de longen (taaislijmziekte) en een aantal stofwisselingsziektes. De meeste van deze aandoeningen zijn erfelijk en komen niet vaak voor.
- De aandoeningen zijn niet te genezen, maar bij tijdige opsporing van deze aandoeningen kan behandeling gestart worden. Bijvoorbeeld door middel van medicijnen of met behulp van een bepaald dieet. Waardoor schade aan de ontwikkeling van het kind wordt beperkt of voorkomen kan worden.
- Blijkt dat je kind een zeldzame ziekte heeft, dan worden jullie doorverwezen naar een kinderarts door de verloskundige.
Bij de hielprik wordt bloed afgenomen uit het hieltje van je baby. Dit bloed wordt in een laboratorium onderzocht op een aantal zeldzame ziektes.
In een laboratorium onderzoeken ze het bloed van je kindje op een aantal zeer zeldzame, maar ernstige aandoeningen. Bij tijdige opsporing van deze aandoeningen kan (meestal) gestart worden met de behandeling waardoor schade aan de ontwikkeling van het kind wordt beperkt of voorkomen kan worden.
In de eerste week, tussen de 4e en 7e dag na de geboorte, wordt bloed afgenomen bij de baby middels de hielprik.